Geavanceerd
spoorkaart
spoorlijnen
tijdlijn
typen stations
reisplanner
nieuws
bronnen
links
literatuur
FAQ
contact
gastenboek
inloggen
overig
© disclaimer
architect: Dirk Antonie Nicolaas Margadant - stationsweb

Dirk Antonie Nicolaas Margadant

(1849 - 1915)

Dirk Antonie Nicolaas Margadant. Hij was van 1870 tot 1909 in dienst van de HIJSM, die als enige een vaste architect in dienst had. Dit leverde kritiek van tijdgenoten op: ‘eene zekere sleur in de kunstuiting is niet te vermijden en die is dan ook merkbaar in de verschillende gebouwen door de Hollandsche IJzeren Spoorweg maatschappij in de laatste jaren gesticht.’ Een ander gevolg was dat Margadant weinig reclame voor zichzelf hoefde te maken. Hierdoor heeft hij weinig sporen achtergelaten en resten er slechts bouwtekeningen en wat handgeschreven nota’s. Hij ontwierp naast station Den Haag Hollandsspoor ook stations in Leiden, Schiedam, Haarlem, Santpoort Amersfoort en het hoofdkantoor van de HIJSM in Amsterdam

Spoorarchitect in het westen van Nederland Dirk Antonie Nicolaas Margadant werd op 22 februari 1849 in Den Haag geboren. Het is niet bekend waar hij zijn opleiding heeft genoten; hij heeft het vak hoogstwaarschijnlijk in de praktijk geleerd en is niet onmiddellijk als architect begonnen. Van 1870 tot aan zijn pensionering in 1909 werkte hij als hoofd van de bouwkundige afdeling van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (H.IJ.S.M.), de enige spoorwegmaatschappij in Nederland die een vaste architect in dienst had. In deze functie realiseerde Margadant vanaf 1880 tal van stations in het westen van Nederland. Het is niet bekend wat zijn taak voor 1880 behelsde. Waarschijnlijk was hij verantwoordelijk voor verbouwings- en onderhoudswerkzaamheden aan bestaande stations. Margadant wordt in de vaktijdschriften niet vaak besproken, waarschijnlijk omdat hij in vaste dienst was en dus geen reclame hoefde te maken. In de literatuur over stationsarchitectuur worden zijn ontwerpen het meest uitgebreid besproken in Romers' 'De spoorwegarchitectuur in Nederland 1841-1938'. Dezelfde auteur schreef een korte biografie van Margadant in de 'Spiegel Historiael' uit 1976 (pp. 72-77), dat ook als basis voor dit overzicht heeft gediend. De restanten van Margadants archief rusten bij de Nederlandse Spoorwegen. Tien jaar na zijn indiensttreding bij de H.IJ.S.M. in 1870, ontving Margadant zijn eerste opdracht: een nieuw hoofdstation voor Leiden. Hij kwam met een monumentaal ontwerp in neoclassicistische trant dat enige Romeinse invloeden vertoont. Stationsgebouwen waren in de tweede helft van de negentiende eeuw dé symbolen van moderniteit en welvaart en fungeerden vanwege hun specifieke ligging vaak als stadspoorten van de nieuwe tijd. De onderling concurrerende spoorwegmaatschappijen zochten dan ook naar een vormgeving die dit eigentijdse karakter kon uitdrukken en die tevens als representatieve huisstijl kon dienen. In de praktijk conformeerden de spoorarchitecten zich aan gangbare architectuurstijlen, gecombineerd met een voor stations gebruikelijke bouwstructuur en een op de spoorwegen toegespitste iconografie. In Nederland was aanvankelijk vooral een sober neoclassicisme in trek, in de jaren 1880 gevolgd door de Oudhollandse stijl of een vrijere interpretatie van de renaissance. Aan het einde van de negentiende eeuw kwam de chaletstijl in zwang, die met name geschikt geacht werd voor landelijke stations, gevolgd door een vormgeving geïnspireerd op Berlage en de Jugendstil. Margadants belangrijkste stationsontwerp is dat te Den Haag (Hollands Spoor), ontworpen in 1888 en bedoeld als pendant van het Centraal Station in Amsterdam. Behalve de uitbundige, internationale renaissancevormgeving en de koninklijke wachtkamer, waren ook de verhoogde sporen en het centrale perroneiland een noviteit. Door deze ingreep was het architectonische zwaartepunt van de monumentale ontvangstgebouwen aan het Stationsplein verschoven naar de forse perrons, waar onder meer de wachtkamers en restauratie geplaatst werden. In de jaren 1890 ontwierp Margadant een aantal plattelandstations in een eenvoudige chaletstijl. De stations van IJmuiden, Santpoort-Zuid, Bloemendaal en Lisse vertonen allen een onregelmatige gevelopzet, samengestelde kappen en rustiek houtwerk. Interessanter in dit opzicht zijn de stations van Amersfoort en Zandvoort, waarvan het laatste niet met zekerheid aan Margadant toegeschreven kan worden. Hier is de losse gevelopzet tot het uiterste doorgedreven, en speelt Margadant met motieven ontleend aan Berlage en de modieuze Jugendstil. Het nieuwe station te Haarlem, Margadants laatste werk in fasen opgeleverd tussen 1906 en 1908, is wellicht het hoogtepunt van de Berlagestijl in Nederland. Net al in Den Haag, werd in Haarlem geopteerd voor verhoging van de sporen om de beschikbare perronruimte te optimaliseren. Aan het Stationsplein kwamen twee bescheiden ontvangstgebouwen, een voor komende en een voor vertrekkende passagiers, opgetrokken in de Berlagestijl. Via tunnels en trappen werd het centrale perroneiland bereikt. Hier werden de verschillende wachtkamers, restauratie en het opvallende houten seinhuis geplaatst, uitgevoerd en ingericht door verschillende kunstenaars en firma's, waaronder J. van den Bosch, Ed. Cuypers en het glas-in-loodatelier Prinsenhof uit Delft. Margadant was behalve bij station ook betrokken bij een klein aantal andere projecten. Zo ontwierp hij in 1884 waarschijnlijk in samenwerking met architect C.B. Posthumus Meyjes, die in de jaren 1880 in dienst was bij de H.IJ.S.M. en onder meer het station in Delft ontwierp, het grootse hoofdkantoor van de H.IJ.S.M. in Amsterdam (de huidige Droogbak) in neorenaissancestijl. Zijn betrokkenheid bij een aantal verbouwingen van panden in de Amsterdamse binnenstad, en de uitbreidingen van het Amstelhotel in 1892 en 1899, is niet eenduidig te verklaren. Wellicht voerde hij naast zijn werkzaamheden voor de H.IJ.S.M. ook particuliere opdrachten uit. Margadant heeft voor zijn ontwerpen dankbaar gebruik gemaakt van de destijds modieuze ontwikkelingen in de architectuur. Van een eigen signatuur of stijl is dan ook geen sprake, hoewel het station van Haarlem door mag gaan als een van de meest geslaagde combinaties Berlagestijl en Jugendstil. Over Margadants architectuuropvattingen is nagenoeg niets bekend, mede omdat hij buiten zijn werkkring niet op de voorgrond trad en hij van mening was dat hij bij collega's niet de waardering ontving die hij verdiende - Margadant schijnt bovendien niet gemakkelijk te zijn geweest in de omgang, aldus zijn overlijdensbericht in het Bouwkundig Weekblad. Wel werd hij op regelmatige basis benoemd in commissies van de Maatschappij, de B.N.A. en officiële lichamen. De belangrijkste hiervan was zijn deelname aan het onderzoek naar de toestand van de Amsterdamse Beurs toen deze in gebreken begon te vertonen. Margadant overleed op 26 oktober 1915 en liet een oeuvre van negentiende thans bekende werken achter, waarvan het merendeel nog bestaat.

Ontworpen stations door Dirk Antonie Nicolaas Margadant

1874 Maartensdijk stationsgebouw Gesloopt in 1963
1879 Leiden Centraal stationsgebouw II Gesloopt in 1951
1880 Vogelenzang- Bennebroek stationsgebouw Nog aanwezig
1888 Schiedam Centrum stationsgebouw II Gesloopt in 1963
1891 Velsen- IJmuiden Oost stationsgebouw II Gesloopt in 1902
Den Haag HS stationsgebouw II Nog aanwezig
1898 IJmuiden stationsgebouw Gesloopt in 1995
Santpoort Zuid stationsgebouw II Nog aanwezig
Beverwijk verbouwing 1898 Nog aanwezig
1899 Bloemendaal stationsgebouw Nog aanwezig
1900 Santpoort Zuid perrongebouwen Nog aanwezig
1902 Amersfoort Centraal stationsgebouw I Gesloopt in 1995
1903 Beukelsdijk stationsgebouw Nog aanwezig
1905 Lisse stationsgebouw Nog aanwezig
1906 Haarlem stationsgebouw III Nog aanwezig