stationsgebouw (1980) type: SS 5e klasse Hoog middendeel met puntgevel, met aan weerszijden een korte evenhoge vleugel die aan de straatzijde iets, en aan de perronzijde sterk terug springt. Langs de bovenzijde van de puntgevels is bij sommige stations een bakstene sierrand aangebracht. De gootlijsten en windveren hebben een geschulpte rand. Als dakbedekking wordt in de regel zink gebruikt, maar ook pannen komen voor. De verdieping heeft onder andere twee gekoppelde rondboogvensters. De vensters en deuren hebben een kleine, maar vermeldenswaardige versiering: de plaatsen waar een horizontale en een verticale glasroede elkaar kruisen zijn versierd met een soort rozet. Tegen de zijden en in de hoeken zijn halve, resp. kwartronde rozetten aangebracht. |
|